None

Cyclusmonitoring

Ovulatiedetectie en -predictie is het vaststellen of er een eisprong gaat komen en of deze eisprong uiteindelijk is geweest. Dit zijn onderdelen die terug kunnen komen tijdens een bepaalde of een vruchtbaarheidsonderzoek (OFO).

De verschillen

Ovulatie detectie & predictie

Hulp bij het volgen van jouw cyclus

Methodes om jouw eisprong te volgen.

  • Predictie: Ovulatietesten: Deze test meet het luteïniserend hormoon (LH) in je urine. Dit hormoon piekt kort voor de ovulatie, meestal 24 tot 36 uur van tevoren. Zo weet je precies wanneer je het meest vruchtbaar bent. Ovulatietesten zijn makkelijk in gebruik en geven een betrouwbaar beeld. Meer informatie over LH-testen.
  • Predictie: Follikelmeting via echoscopie
    Bij vruchtbaarheidsbehandelingen controleert onze arts met behulp van een inwendige echo de groei van je eiblaasjes (follikels). Dit is van belang voor de timing van de behandeling en om daarmee de kans op zwangerschap te optimaliseren.
  • Predictie: Basaal Temperatuur Curve (BTC)
    Je kunt een basale temperatuurcurve (BTC) bijhouden. Dit is een methode die vroeger veel gebruikt werd, toen ovulatietesten nog minder gangbaar waren. Hierbij meet je zodra je wakker bent, via de anus je temperatuur. Dit start je op de eerste dag van jouw menstruatie (cyclusdag 1). Na de eisprong is de lichaamstemperatuur gemiddeld 0,3 tot 0,5 graad Celsius hoger. Dit zal een opvallende stijging in de grafiek zijn. Als je niet zwanger bent, daalt de temperatuur weer vlak voor de menstruatie.
  • Detectie: Progesteronbepaling
    In sommige gevallen kan de arts voorstellen om de waarde van het hormoon progesteron in je bloed te laten bepalen in de tweede helft van je cyclus. De waarde van dit hormoon geeft dan aan of er een eisprong heeft plaatsgevonden.
FAQ

Veelgestelde vragen

Antwoorden op onze veelgestelde vragen vind je hiernaast. Staat je antwoord er niet tussen? Neem gerust contact op.
Hoelang na een positieve ovulatietest heb ik een eisprong?
Hoelang blijven spermacellen in leven na seks?
Hoelang blijft een eicel in leven na de eisprong?